Spelregels Ludiek Jubileumtoernooi TTC Groenendaal 35 jaar
Algemeen
Om iedereen zoveel mogelijk de kans te geven om de verschillende varianten te spelen, werken we zonder scheidsrechters.
Bij elke tafel liggen de specifieke regels die bij de variant horen en een scoreblad.
We tellen de punten gewoon door tot de tijd om is (geen sets, wel servicewissel om de 2 punten).
Er wordt gespeeld met een doorschuifsysteem: om de 7 minuten wordt een signaal gegeven: de score van dat moment wordt op het scoreblad genoteerd voor elke speler en dan wordt er drie posities doorgeschoven voor de volgende periode. 
Opeenvolgende posities staan met kleuren aangegeven op het overzicht van de tafels, schuif bijvoorbeeld van de eerste rode positie naar de tweede rode positie. 
Wanneer de spelers doorgeschoven zijn en de spelregels voor de variant zijn duidelijk, wordt onmiddellijk begonnen met het volgende spel.
Als er meer spelers zijn dan posities wordt er ingeschoven vanaf de eerste positie (maximum 3 nieuwe spelers per keer), spelers die "uitschuiven" krijgen eventjes rust.
Wie klaar is om terug in te schuiven stelt zich beschikbaar in de wachtrij. Als je aan een tweede of derde ronde begint, kies dan een eerste positie gemerkt met een andere kleur, zodat je over de verschillende ronden verschillende varianten kan spelen.
Uitstappen kan je ook na elke periode, op voorwaarde dat er nog spelers in de wachtrij zitten, of een uitschuivende speler uw plaats wil innemen.
Deelnemen is uiteraard veel belangrijker dan winnen, zorg ervoor dat iedereen maximaal plezier kan beleven.
Variant: Wand
Een halve tafel met net staat opgesteld tegen een rechtopgeplaatste tafelhelft (wand).
Een correct geslagen bal raakt de wand (in plaats van over het net te gaan bij een normaal spel) en komt terecht op de tafelhelft van de tegenstander. Er wordt dus "kruiselings" gespeeld gedurende de ganse balwisseling.
Om beurt serveert elke speler 2 maal vanop de rechterhelft, dan 2 maal vanop de linkerhelft, dan is de andere speler aan de beurt.
Halverwege elke servicebeurt wordt er dus van kant gewisseld.
Variant: Hoog - Laag
De helft van de tafel staat op normale hoogte, de andere helft staat lager dan normaal opgesteld, verder zijn er geen speciale regels.
Variant: Dobbelsteen - Eierplateau
In het midden van de ene helft staat een dobbelsteen gebalanceerd of een kurken stop, in het midden van de andere helft een plateau waar normaal eieren mee verpakt worden. Bij het begin van elke balwisseling wordt deze beginsituatie hersteld.
Als tijdens het spel de dobbelsteen met het balletje van de kurk gespeeld wordt door de speler die aan de andere kant van de tafel staat, levert dit een aantal punten op gelijk aan het aantal ogen "geworpen" met de dobbelsteen.
Als tijdens het spel het balletje blijft liggen in een vakje van de eierplateau levert dit punten op voor de speler die aan de andere kant van de tafel staat: blauw 8, rood 5 en de rest 2 punten.
Als een balwisseling eindigt zonder dat de dobbelsteen van de kurk gespeeld werd of het balletje stilligt in de eierplateau, worden geen punten gescoord.
Opgelet: punten gescoord bij de opslag tellen maar voor de helft mee (naar beneden afgerond).
Variant: Half
De grootte van de tafel is slechts de helft van normaal, verder zijn er geen speciale regels.
Variant: Lang
De twee tafelhelften staan 1 meter uit elkaar, op de rand van elke tafelhelft staat een net, verder zijn er geen speciale regels.
Variant: Pan - Badmintonracket
Op een normale tafel speelt 1 speler met een pan, de andere met een badmintonracket, verder zijn er geen speciale regels.
Let op dat je met deze vreemde bats geen gaten in de tafel klopt.
Variant: Softbal
Op een normale tafel wordt gespeeld met kleine plastic bats en een zacht balletje, verder zijn er geen speciale regels.
Variant: Driehoek
Drie tafelhelften staan opgesteld rond een driehoekige open ruimte. Op de rand van elke tafelhelft staat een net, zodat de drie netten elkaar ongeveer raken aan de uiteinden.
Om beurten (volgens de wijzers van de klok) zijn de spelers aan de opslag. Elke speler geeft een opslag naar de speler links van hem/haar, dan een opslag naar de rechterkant, daarna gaat de opslag door naar de volgende speler.
Bij het terugspelen van de bal mag elke speler kiezen naar of hij de bal terugspeelt naar zijn linker of rechter medespeler.
Op het einde van de balwisseling krijgt de speler die als laatste de bal correct heeft gespeeld een punt. Bij een gemiste opslag verliest men een punt (maar 0 blijft het minimum).